N.a.v. het afsteken van vuurwerk in de derby afgelopen zaterdag heeft de aanklager amateurvoetbal heeft van de scheidsrechter van bovengenoemde wedstrijd een melding ontvangen dat voorafgaand aan het startsignaal van de wedstrijd, tijdens de wedstrijd en na afloop van de wedstrijd vuurwerk is afgestoken door supporters van Den Ham.
Als bestuur zullen wij hier onze visie op geven omdat dit naar onze mening absoluut niet juist is. Al jaren zijn we immers actief bezig dat op ons complex zo iets niet gebeurd. Toch willen we onderstaande column van de directeur KNVB onder jullie aandacht brengen.

COLUMN JAN DIRK V/D ZEE: ‘WACHTEN OP DE EERSTE VUURWERKDODE’
Er is moed voor nodig om te doen wat voorzitter Mart Vergouwen van VV Katwijk deed: een open brief schrijven aan alle supporters, waarin het bestuur stelling neemt tegen elke vorm van fysiek of verbaal geweld op eigen terrein en bij andere clubs.

In dezelfde brief veroordeelt Vergouwen ook het afsteken van iedere vorm van vuurwerk en kondigt een zero tolerance-beleid af: “Bij overtredingen zal alles in het werk worden gesteld om kosten en verlies van inkomsten op de dader(s) te verhalen. Stadion- en gebiedsverboden zullen hier van kracht zijn.”

Vuurwerk een probleem
Ik houd mijn hart vast voor de spannende derby’s die eraan komen
In het betaalde voetbal is vuurwerk al veel langer een probleem. Uit het jaarverslag 2015/2016 van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme (CIV) blijkt dat het afsteken van vuurwerk – vergeleken met andere soorten incidenten in het voetbal, zoals bedreiging, spreekkoren of vernieling – ieder jaar toeneemt. In het seizoen 2016/17 was 35 procent van het aantal ongeregeldheden gerelateerd aan het afsteken van vuurwerk.

Ook bij de bekerfinale tussen AZ en Feyenoord moest scheidsrechter Björn Kuipers al in de openingsfase de wedstrijd stilleggen. Vanuit het vak met de aanhang van AZ werden een aantal rookbommen op het veld gegooid. De Alkmaarse verdediger Ricardo van Rhijn wilde het rokende vuurwerk van het veld afhalen, maar dat werd hem streng afgeraden door Kuipers.

Levensgevaarlijk
Rookpotten in clubkleuren, kanonslagen, fakkels… Op televisie en Youtube-filmpjes ziet zo’n tribune met vuurwerk er misschien nog extra sfeervol uit, totdat je er zelf tussen staat, of nog erger met je kinderen, dan blijkt hoe makkelijk het kan leiden tot levensgevaarlijke situaties. Het Nederlandse voetbal heeft gelukkig nog niet te maken gekregen met dodelijke ongevallen, wel ernstig lichamelijk letsel.

In 2015 raakte een steward van Feyenoord ernstig gewond, toen hij vuurwerk wilde verwijderen en het in zijn hand ontplofte. In datzelfde jaar schopte een vrouwelijke Cambuur-steward vuurwerk van het veld. Zij ondergaat nog steeds operaties. Twee stewards bij NEC-Utrecht, een seizoen eerder, liepen blijvende gehoorschade op en één van hen, had 35 hechtingen in zijn gezicht nodig om te herstellen van de klap. De eerste voetbalvuurwerkdoden vielen in Engeland (1993) en Brazilië (2014).

Voetbalwet
In Engeland hebben ze met de voetbalwet het probleem met vuurwerk uit de sport weten te bannen
Iedereen in het voetbal weet, dat de excessen in het betaalde voetbal snel worden gekopieerd bij de amateurs. Ook het gebruik van vuurwerk. Van de hoogste tot de laagste afdelingen. Als er in het voetbal niet snel een stop komt op alle vuurwerk, is het een kwestie van tijd, voor de eerste dode valt te betreuren. Ik houd daarom mijn hart vast voor de spannende derby’s die eraan komen.

In Engeland hebben ze met de voetbalwet het vuurwerkprobleem succesvol uit de sport weten te bannen. Wij hebben ook een voetbalwet, maar bij ons worden de meeste straffen, zoals stadion- en gebiedsverboden, uitgesproken door de bond, een organisatie zonder wettelijke handhavingsbevoegdheden. Naar Brits voorbeeld zullen deze taken zo snel mogelijk moeten worden overgenomen door justitie en politie. Tot die tijd heeft de KNVB de plicht om aangifte te blijven doen, hoge boetes uit te delen en samen met clubs te komen met alternatieven voor fakkels en rookbommen. Daarnaast is onze hoop gevestigd op meer voetbalbestuurders zoals Mart Vergouwen, die opstaan en tegen hun achterban durven zeggen waar het op staat.